Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [62]Is het [dan] [63]niet goed voor den mens, [64]dat hij ete en drinke, en dat hij [65]zijn ziel [66]het goede doe genieten [67]in zijn arbeid? Ik heb ook gezien, [68]dat zulks van de hand Gods is. 62. Anders: daar is dan niet beter voor den mens dan dat hij ete en drinke, enz. Anders: het is niet goed voor den mens dat hij eet en drinkt; dat is, dat hij in eten en drinken al zijn lust en genoegen neemt. 63. Te weten, zoveel het tijdelijke goed en dit vergankelijke leven aangaat. 64. De zin is dat hij, alle onnutte zorg en bekommernis bezijden stellende, geniete en gebruikte hetgeen hem God gegeven heeft. 65. Dat is, zichzelven. 66. Hebr. het goede doe zien; dat is, welvare, wat goeds geniete van zijnen arbeid? 67. Of van zijnen arbeid; dat is van zijne goederen. 68. Dat is dat het een bijzondere gave Gods is, die alle man niet heeft; te weten dat men zich late genoegen en zich vrolijk make met hetgeen men van de milde hand Gods ontvangen heeft.